Wie was Groen van Prinsterer waarnaar onze kade is vernoemd:

Guillaume Groen van Prinsterer werd in 1801 op 21 augustus in Den Haag geboren. Zijn vader was arts. Hij was de eerste inspecteur van de volksgezondheid die ons land kende.
Guillaume, die in de familiekring gewoon Willem werd genoemd, gaf blijk van uitzonderlijke begaafdheden. Zijn ouders waren rijk en gaven hem een uitstekende opvoeding en opleiding. In 1823 promoveerde hij tegelijk cum laude in de letteren en in de rechten. Hij werd advocaat in Den Haag. Later werd hij secretaris en archivaris van Koning Willem I, waardoor hij in aanraking kwam met de politiek.

 

In 1828 trouwde hij met Elisabeth van der Hoop (Betsy). Mede door haar toedoen ging Willem over naar het Reveil.
In 1840 kwam hij in de Tweede Kamer en begon zijn politieke loopbaan. Hij verdedigde daar de Afgescheidenen tegen de regeringspolitiek en pleitte voor de vrijheid bijzondere (christelijke) scholen te mogen oprichten.

In 1876 op 19 mei overleed deze grote man. Op zijn sterfbed onderstreepte hij, toen spreken niet meer mogelijk was, de verzen 9 tot 17 uit Openbaring 7. Daar spreekt de ziener van Patmos over de grote schare, die niemand tellen kon, uit alle natie en geslachten en volken en talen, staande voor de troon van het Lam, bekleed zijnde met lange witte klederen en palmtakken in hun handen..
Groen van Prinsterer werd begraven op de kleine begraafplaats "Ter Navolging".
"Meer dan één van de sprekers aan het graf wees op de zonderlinge benaming van de begraafplaats, waar Groen te ruste werd gelegd, een naam echter, die op Groens leven en werken toegepast, nu opeens van een veelzeggende betekenis was geworden."